maandag 23 april 2007

10 down, 1 to go




Dagen bedoel ik, geen oudjes. Nog een volledige dag en dan Adios!

Het is nog maar eens een fantastische dag. Ik wordt wakker, doe het gordijn open, heb een adembenemend zicht over Brussel, van de Avenue Louise tot het Atomium – als ik goed mijn best doe – en zie een prachtig oranje rode zon opkomen.

Ik vind het verschrikkelijk om te liegen, kan het niet, wil het niet. Daarom probeer ik het zo weinig mogelijk te doen. Zo weinig mogelijk, want ik moet wel. We hebben strikte orders gekregen dat we in absoluut geen geval aan de passagiers mogen zeggen dat onze “eerste keer” is.
Gelukkig is de trip met Dewi.
“This is my first trip with Arjan, but I’ve cruised with Dewi before” (true, de training) “and my next cruise will be with Dewi again” (true!!)
This is my second cruise this year (true, de training)
”How long have you been doing this?” “This is my second season” (oeps, leugentje)

“This is my first cruise with such exceptional weather in April” (true, hihi!)

Gisteren was eigenlijk lastiger. Nog nooit in Ieper geweest. “Have you been here before?” “Yes, many times”. Idem voor het museum, Flanders Fields, het restaurant, …
Maar het is gelukt. Enkel lachende gezichten die gisterenavond de lobby binnenstapten om 22h15.

Het was wel super om dit mee te maken met mensen die hier zo dichtbij betrokken waren. Ook moeilijk om het niet te zwaar te maken, emotioneel. Grapje onderweg: “OK, has any of you been in WOI? If yes, we will take the next exit and get you oxygen masks, defibrillators and nurses.”

Na 2 uur rijden waren we er. Lang he? Viel me ook tegen. De chauffeur – een regelrechte ramp, wist niets, onvriendelijk, asociaal, en verre van behulpzaam kon me niet wijzer maken. Eens de bus geparkeerd, belde ik het museum die me telefonisch binnen loodste, de trap op, en naar de gids toe, Simona. Een supertof mens, al wat ouder, zeer persoonlijk in haar betoog, zeer emotioneel in haar rondleiding, erg goed.
Het Flanders Fields museum is een absolute aanrader. Het deed me een beetje denken aan het Holocaust Museum in Washington DC, andere oorlog, maar zelfde concept. Echt knap.
Vooral het laatste stuk. Audio-visueel zeer sterk, aangrijpend, knap, en er vloeide dan ook menig traantje. Carmen kwam me met tranen in de ogen vertellen dat haar vader gestorven was aan de gevolgen van de de 1ste wereldoorlog, en het was niet de enige met verhalen.

Van het museum met Simona door Flanders Fields gereden, met een paar stops onderweg voor foto´s en verhalen. Het indrukwekkends is inderdaad Tyne Cot, het Brits kerkhof. Een grote muur met 35.000 namen van vermisten rond een park met 12.500 grafstenen, alles in perfecte staat.

Lorraine Bieberfeld, de kranige oude tante die zichzelf heeft omgedoopt tot mijn “Oma” wandelde moedig verder. Ze vroeg me of er bankjes waren waar ze even kon gaan zitten. Duh? How was I supposed to know? “Let´s have a look, and otherwise there are plenty of tombstones”

Er was een bankje, en ze ging zitten, met haar gerimpelde gezichtje in de zon, har tasje op de grond en haar – foldable – wandelstok nast haar, schattig.
Verderop een stel empatische Hollanders. “Hi, how are you? Are you doing ok? Where do you come from? This must be very emotional for you? Did you experience personal loses from the war?” een deel van de vragen die op haar werden afgevuurd.
Ze zwaaide met haar hand “I was born in Berlin, my father fought on the other side”
Exit Hollanders.

Na een – zeer kort maar lekker – diner op Pacific Eiland vertrokken voor onze laatste onderbreking, The Last Post at the Menenpoort.
Nog even geglimlacht met Lorraine die iedereen weer opield met haar slakkengangetje. Carmen wilde ze wat vooruit helpen, en gaf haar haar arm. “My husband always gave me his arm but he walks so slow, I always have tio drag him”

Kwartiertje later waren we er. Het zag zwart van de mensen. Ever since 1928 – with a short interuption during WOII – wordt de Last Post gespeeld om de slachtoffers te herdenken.
Er waren een stel kinderen uit Nieuw Zeeland en Australiƫ die , onder begeleiding van een koor, kransen legden aan de poort, een uniek event, dat enorm in de smaak viel bij de passagiers.

Moe maar voldaan reden we terug naar Brussel waar we pas om kwart over 10 aan het hotel aan kwamen. Wat een perfecte dag, en iedereen op de bus bedankte me, alsof ik er zelf verantwoordelijk voor was geweest.

Geen opmerkingen: