woensdag 27 juni 2012

De fascinatie voor sprookjes

Heeft het te maken met het feit dat het leven voor ons geen verrassingen meer heeft? Is het de constante confrontatie met de keiharde realiteit? Nieuws wordt verslagen en uitgebreid in beeld gebracht terwijl het nog bezig is. We weten ondertussen allemaal hoe een ontplofte atoombom eruitziet, een Tsunami, een aardbeving, een genocide of een executie.
Griezelfilms laten niets meer over aan de verbeelding, net als reportages over bevallingen. Beiden jagen me even hoog de kast op van angst trouwens.
Het klassieke rollenpatroon heeft ook afgedaan. Bruidjes beloven allang niet meer hun bruidegom te gehoorzamen, niet meer of binnenkort wordt - door het steeds maar hoger wordende aandeel echtscheidingen - het “tot de dood ons scheidt” ook geschrapt uit de huwelijkszegen en vervangen door “tot ik iemand beter vind”.
Toch denk ik dat we allemaal wel eens stiekem wegdromen en fantaseren over een happy end met die witte ridder op zijn knappe paard, euh, … andersom bedoel ik dan.
Het kan toch geen toeval zijn dat luttele weken na het verschijnen van Mirror Mirror, een grappige versie van het über-sprookje Sneeuwwitje, en nog één verschijnt, Snowwhite and the Huntsman.
We zijn met enkele weken ertussen naar beide films gaan kijken, eerst naar de komische Mirror Mirror met Julia Roberts in een absolute glansrol als sarcastische, egoïstische maar toch ook wel licht aandoenlijke, bijna medelijdenopwekkende, boze stiefmoeder.
En onlangs dan naar Snowwhite and the Huntsman. Een akeligere versie, met zeer knappe special effects en de oogverblindende Charlize Theron als boze stiefmoeder. Een knappe casting en ze doet het geweldig als engelachtig uitziende onschuldige schoonheid met een pikzwarte ziel en geen greintje mededogen. Het duurt zelfs even voor je het slechte in haar ziet. Gentlemen do prefer blondes …
Qua filmplezier vond ik Mirror Mirror prettiger om naar te kijken, wat een humor zat erin. Jammer alleen van het Bollywood einde. Bekijk de trailers en oordeel zelf:
Volgend jaar is het trouwens de beurt aan een ander kreng. Tim Robbins is volop bezig met de voorbereiding van Maleficent. Een adaptatie van het sprookje Doornroosje met Angelina Jolie gecast als de boze fee. Het ziet er alvast geloofwaardig uit ...
Even terug naar Sneeuwwitje. Beide films hebben me doen terugverlangen naar de originele versie van Walt Disney, de allereerste langspeel tekenfilm ooit, uit 1937. En een echt sprookje met een echt Happy End. Maar tot ze die eens ergens op een regenachtige dag uitzenden op één van de vele Tv zenders die we rijk zijn, houd ik het maar even bij deze onsterfelijke versie:
Weeuwsnitje en zweven dergjes.
Er leefde eens heel wer veg, in een krachtig pasteel, een scheel hoon meisje en dat heette Weeuwsnitje. Maar in dat krachtig pasteel woonde nog iemand. Haar moze biefstoeder. Iedere dag trok de moze biefstoeder haar kloonste scheetje aan, ging voor haar wiegeltje aan de spand staan, en vroeg: "Wiegeltje, wiegeltje aan de spand, wie is de vroonste schouw van lans het gand?" En het wiegeltje aan de spand antwoordde haar: "Moze biefstoeder, gij zijt scheel hoon, maar Weeuwsnitje is nog muizendschaal doner dan gij." En dan werd de moze biefstoeder nog bozer. Maar op dekere zag had ze een klare zijk op de kaak en ging naar de joze bager. Die had jeven zaren op een slip gescheten, maar woonde nu een harig kutje op een klein greepje strond in het wonkere doud . Zij dopte op het kleurtje en zei: "Joze bager, gij gaat Weeuwsnitje nidkappen, je diet haar schood en haat laar achter in het wonkere doud." De joze bager, een echte leersmap, pakte zijn wietgescheer, sprong op zijn perk staard en zette Weeuwsnitje er van opter ach. Eens in het wonkere doud smeet hij Weeuwsnitje in het wuikgestras. Weeuwsnitje zat te schruilen van de hik, want het wonkere doud zat vol met woute stolven. Plots kwamen er uit het heupelkrout zweven dergjes die ergens in het wichte doud woonden. Zij zagen Weeuwsnitje liggen en met verkrachte eenden brachten zij haar naar hun haddestoelen puisje. Later, op een nog daaierige kwag vroeg de moze biefstoeder opnieuw: " Wiegeltje, wiegeltje aan de spand, wie is de vroonste schouw van lans het gand?" En het wiegeltje aan de spand antwoordde haar: "Miefstoeder, gij zijt scheel hoon, maar Weeuwsnitje is nog muizendschaal doner dan gij." En de moze biefstoeder werd bog nozer." Ze verheedde zich als kleks en bing het gos in. Ze gaf Weeuwsnitje een gerviftigde appel en toen Weeuwsnitje in de bappel eet viel ze dorsmood neer. De zweven dergjes beenden trittere wanen en legden haar in een kazen glist. Op een dag kwam er een prone schins op zijn pimmelschaard voorbij en zag Weeuwsnitje liggen in een kazen glist. Hij werd meteen zapelstod lerviefd op haar. De prone schins papte van zijn staard, streek haar kak in de ogen en muste haar recht op haar kond. Weeuwsnitje ontwaakte. Ze was niet dorsmood, ze had zich alleen maar een veetje berslikt in het fruk stuit van de houte steks. Ze prouwde met de trins en gamen saven een groot kannepoekenfeest. Ze leefden nog veel en kregen lange kinderen.

Geen opmerkingen: